Is het verstandiger om vaginaal te bevallen of door middel van een keizersnede? Hoogleraar benigne gynaecologie Bas Veersema zou dat het liefst met iedere zwangere vrouw individueel beoordelen. “Waarbij niet alleen het kind in optimale conditie wordt geboren, maar er ook zo min mogelijk schade is bij de moeder.” Maandag 10 februari houdt hij zijn oratie.
“Het is wenselijk om vrouwen individueel te kunnen informeren over de risico’s van beide mogelijkheden van bevallen”, vertelt hij aanstaande maandag in zijn oratie. “Zodat ze zwangerschap en bevalling positief kunnen beleven. Waarbij niet alleen het kind in optimale conditie geboren wordt, maar er ook zo min mogelijk schade is bij de moeder.” Want die keuze tussen vaginale bevalling of keizersnede? Bas noemt het ‘kiezen tussen twee kwaden’. Hij licht het dilemma toe.
Evolutie
De bevalling is door de evolutie van de mens veranderd. Die evolutie heeft gevolgen gehad voor het bekken van de vrouw, en daarmee het baringskanaal. Zo zijn we bijvoorbeeld op twee benen gaan lopen: “Om rechtop te kunnen lopen onderging het bekken diverse aanpassingen, met grote gevolgen voor het geboortekanaal”, legt hij uit. Om goed te kunnen lopen, heb je volgens Bas namelijk meer baat bij een smaller bekken. Voor een gemakkelijkere bevalling heb je juist profijt van een breed bekken.
“Baby’s hebben bovendien een groter hoofd gekregen met meer herseninhoud”, vult Bas aan. De groei van kinderhoofdjes, samen met de vervorming van het bekken, hebben invloed op de speling binnen het geboortekanaal. “Bij de mens is een natuurlijke bevalling van een normaal ontwikkelde baby heel goed mogelijk. Daarvoor moet de baby wel halverwege een draai maken, waardoor het vergrote hoofd naar buiten kan komen”, aldus Bas. De ingang en uitgang van het baringskanaal staan door de verandering van het bekken namelijk loodrecht op elkaar.
Ondanks het smallere bekken en het grotere hoofd benadrukt Bas dat er nog steeds voldoende ruimte is voor een vaginale bevalling, maar dat er wel veel spanning op spieren in de bekkenbodem komt te staan. “Die hoge spanning kan leiden tot beschadigingen aan spieren en bindweefselplaten in het bekken. En die beschadigingen kunnen op latere leeftijd weer lichamelijke klachten veroorzaken.” Uit diverse onderzoeken blijkt dat een bevalling de belangrijkste risicofactor is voor latere bekkenbodemproblemen. Zo heeft 15 procent van de vrouwen die één kind hebben gebaard, klachten van een verzakking. “In ons land worden jaarlijks zo’n 13.000 vrouwen geopereerd aan een verzakking van hun blaas, baarmoeder of darmen.”
Keizersnede
“Het alternatief voor de vaginale baring is natuurlijk de keizersnede”, vertelt Bas. Hij licht toe dat deze ingreep nu vooral wordt gebruikt wanneer dat medisch noodzakelijk is. “Bijvoorbeeld wanneer de benodigde ontsluiting uitblijft, of wanneer het kind in acuut gevaar is.”
Toch zou hij graag zien dat in welvarende landen meer rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de moeder bij de wijze waarop het kind geboren wordt. Hij vult aan: “Waarbij de keizersnede bespreekbaar wordt wanneer er risico is op complicaties op latere leeftijd.”
Bas licht toe dat er bij een keizersnede – net als bij iedere andere operatie – kans is op complicaties. Daarnaast blijft het litteken een zwakke plek in de baarmoeder én is het risico op complicaties bij een volgende zwangerschap hoger na een eerdere keizersnede.” Daarnaast ontstaat er bij meer van de helft van de vrouwen een zogenaamde niche na een keizersnede. “Een niche is een defect aan de binnenkant van het litteken in de baarmoeder” ,legt Bas uit. “Eén op de drie vrouwen met een niche heeft hier klachten van in de vorm van abnormaal bloedverlies na de menstruatie of zelfs hevige buikpijn ter hoogte van het litteken.”
Ondanks dat we in Nederland bijna 40.000 keizersnedes per jaar uitvoeren, is nog maar weinig bekend over een niche en de juiste behandeling daarvan. “Uiteraard is het nog belangrijker om een niche te voorkomen”, aldus Bas. “Kunnen we het ontstaan van niches en verklevingen in de buik voorkomen door een keizersnede anders uit te voeren? Of door op een andere manier te hechten?”, vraagt hij zich af.
Toekomst
Volgens Bas is er nog te weinig kennis om de gevolgen van een bevalling op latere leeftijd in te vullen: “De combinatie van verschillende risico’s en de lange periode tussen een vaginale bevalling en de gynaecologische klachten die pas vele jaren later ontstaan maken dit extra lastig.”
Bas ziet de aanpak in landen als Zweden, Schotland en Nieuw-Zeeland als voorbeeld. Daar is een model ontwikkeld, waarmee men – nog voordat de vrouw bevallen is – de kans kan berekenen dat zij na 20 jaar last krijgt van urine-incontinentie of verzakkingsklachten. Hij zou zo’n model graag in Nederland willen ontwikkelen, waarbij er rekening wordt gehouden met de familiaire aanleg voor bekkenbodemproblemen, leeftijd, lengte en gewicht van de aanstaande moeder, de grootte van het hoofd en het geschatte gewicht van de baby. “Zodat we de individuele risico’s van een vaginale bevalling kunnen afwegen ten opzichte van een keizersnede. Het principe van ‘one size fits all’ is namelijk niet van toepassing in de verloskunde”, stelt Bas.
Eén ding stelt Bas voorop: “Het laatste wat ik wil is angst inboezemen bij zwangere vrouwen en hun zorgverleners. Gelukkig heeft de vaginale bevalling voor de meeste vrouwen verreweg de voorkeur en is dat ook volstrekt verantwoord.” Maar hij benadrukt dat goede voorlichting en betrokkenheid van de zwangere vrouw bij de te maken keuzes van groot belang zijn voor een positieve bevalling. “Waarbij het kind in optimale conditie geboren wordt, en er zo min mogelijk schade bij de moeder is”, aldus de jonge opa, die net een kleindochter heeft gekregen na een ongecompliceerde vaginale bevalling.